Appeltaart

Zet in 7 stappen deze heerlijke Appeltaart op tafel.

1. Bestrijk de springvorm met boter, eventueel bekleden met bakpapier.
2. Doe bloem, basterdsuiker, boter, zout en vanillesuiker in een kom. Snijd met 2 messen de boter tot kleine stukjes door de bloem. Voeg 3/4 van het ei toe. Kneed de ingrediënten met een koele hand tot een samenhangend deeg, dat als een bal van de kom loslaat. Houd 1/4 deeg achter.
3. Druk de helft van het overgebleven deeg in gelijkmatige dikte uit op de bodem van de springvorm. Maak van het overgebleven deeg twee even dikke rollen met een lengte gelijk aan de springvormrand. Leg deze langs de rand van de springvorm. Druk ze aan op de deegbodem en vorm daarna met de vingers een opstaande rand van circa 4 cm hoog.
4. Maak van het achtergebleven deeg een kruimeldeeg door wat extra bloem en suiker toe te voegen. Strooi paneermeel of beschuitkruim over de deegbodem.
5. Doe de citroensap in een kom. Schil de appels, snijd ze in vieren, verwijder de klokhuizen en snijd de partjes in schijfjes. Doe deze meteen in de kom met citroensap. Meng er de suiker, kaneel, rozijnen, custardpoeder en vanille suiker of geraspte citroenschil door. Hussel alles door elkaar.
6. Vul het deeg in de springvorm met dit appelmengsel. Zorg dat het midden wat verhoogd is. Druk de deegranden iets naar beneden. Leg de klaargemaakte rolletjes ruitvormig op de vulling, of strooi het kruimelmengsel over de vulling. Bestrijk de bovenkant met het overgebleven ei.
7. Zet de springvorm op een koele plaats. Bak de appeltaart gaar en bruin in een heteluchtoven onder het midden gedurende 65-75 minuten op 175°C, of in een elektrische oven onderin gedurende 45-55 minuten, gevolgd door 20 minuten onderwarmte op 200°C.