Groningse poffert

Zet in 5 stappen deze heerlijke Groningse poffert op tafel.

1. Laat de krenten en rozijnen in lauwwarm water een half uur weken. Laat daarna de vruchtjes goed uitlekken en bewaar het weekvocht (ongeveer een glas vol).
2. Schil de appels en snijd ze in kleine blokjes. Zeef de suiker in een grote kom en voeg daar het zout en de vanillesuiker bij. Voeg daarna de op kamertemperatuur gekomen eieren toe en het weekvocht van de krenten en rozijnen. Mix alles goed met een mixer.
3. Zeef het zelfrijzend bakmeel boven het eimengsel en roer dit voorzichtig met een houten lepel door elkaar. Doe dit niet met de mixer. Voeg vervolgens de stukjes appel, de krenten en de rozijnen toe en roer dit losjes door het beslag.
4. Het poffertbeslag moet gemakkelijk van de lepel lopen. Voeg zo nodig wat water of melk toe. Doe alles in een ingevette en met bloem bestoven pofferttrom of tulbandvorm van 26 cm diameter. Sluit de trom af met het klemdeksel. Plaats hem midden in een grote pan met kokend water, zodat de pofferttrom voor de helft onder water staat. Sluit de pan met een deksel af en laat de poffert in ongeveer anderhalf uur op een laag vuur zachtjes gaar worden. Of zet hem in de gasoven op gasovenstand 4 voor 1 uur.
5. Haal de pofferttrom uit het water of de oven en laat hem 15 tot 20 minuten afkoelen voordat je de poffert eruit schudt.