Appeltaart

Zet in 5 stappen deze heerlijke Appeltaart op tafel.

1. Schil drie appels en verwijder het klokhuis. Snijd ze in verschillende grote blokjes. Snijd de vierde appel in blokjes zonder te schillen en verwijder het klokhuis.
2. Smelt wat boter in een kookpan en laat de ongeschilde appels een minuut braden. Roer constant en zorg dat ze niet bruin worden. Voeg suiker en citroensap toe en laat koken tot suiker is gesmolten. Voeg de tweede appel toe als de eerste appel wat zacht is geworden. Herhaal dit nog een keer. De eerste appel moet nu bijna een puree zijn. Haal de pan van het vuur. Voeg de laatste appel, vanillestokje en kaneel toe. Haal het vanillestokje eruit en laat de vulling afkoelen terwijl je deeg maakt. Voeg vervolgens amandelen en fruit toe en meng goed.
3. Meng voor het deeg de boter (graag warm en smeuïge margarine) en de suiker goed door elkaar. Voeg ei toe en meng goed. Voeg citroenrasp, vanille en nootmuskaat toe en als laatste beetje bij beetje bloem. Blijf mengen totdat het een zacht deeg wordt. Laat het deeg een kwartiertje in de koelkast zetten als het nog een beetje plakkerig is.
4. Vet een ronde bakvorm van 26 cm in en bestrooi het met bloem. Kneed het deeg in de vorm om een wandje van ongeveer 2,5-3 cm hoog en 1 cm dik te maken. Vul het met de appelvulling en bedek het met repen deeg.
5. Bak in het midden van de oven op 200 graden (hete lucht oven) gedurende 20-30 minuten. Controleer regelmatig of het mooi goudbruin is van boven. Dan is het klaar.