Javaanse bami met malse hete kippendij en verse sambal

Zet in 8 stappen deze heerlijke Javaanse bami met malse hete kippendij en verse sambal op tafel.

1. Snij de kippendijen in stukken van ongeveer 3 cm dik. Snipper het uitje en hak de knoflook fijn. Snij de tomaat in blokjes, de Spaanse peper in plakjes en rasp het stukje gember.
2. Verhit een beetje kokosolie in een pan en fruit hierin het gesnipperde uitje samen met de knoflook. Voeg de tomaat en gember er aan toe en roer dit even mee. Doe de kip erbij en voeg de komijn- koriander en de vijfkruidenpoeder toe. Roer dit ongeveer 1 min goed door in de pan.
3. Voeg vervolgens de ketjap toe en net zoveel water zodat de kip net onder ligt. Doe er tot slot het bouillonblokje, de kruidnagels, de Salamblaadjes en de sereh erbij. Breng de kip aan de kook en laat dit 20 minuten stoven totdat het meeste vocht opgenomen is.
4. Kook ondertussen de spaghetti in een ruime pan met water beetgaar. Snipper het uitje fijn en hak de knoflook. Fruit dit aan in een wok met een beetje kokosolie. Rasp de gember en verkruimel de trassi voeg dit toe aan de ui en knoflook en bak dit ongeveer 1 min mee.
5. Giet de spaghetti af, spoel af met koud water en laat uitlekken in een vergiet. Voeg de spaghetti vervolgens samen met de ketjap toe aan de ui en knoflook. Verkruimel het bouillonblokje er door en blijf het goed omscheppen. Voeg er wat peper naar smaak toe. Na ongeveer 7 tot 10 min bakken is de bami klaar.
6. Hak het bosje bladselderij fijn en voeg dit als laatste toe.
7. Maak de sambal: haal de steeltjes van de pepers. Verwijder de schil van de uien en de knoflook. Pureer de pepers, uien en de knoflook fijn in de keukenmachine samen met de suiker, een snufje zout, azijn en vloeibare kokosolie.
8. Dresseer de borden en geef er lekker frisse komkommer bij. Restant sambal is in gesloten potje enkele weken houdbaar in de koelkast. Eet smakelijk.