Coq au vin

Zet in 4 stappen deze heerlijke Coq au vin op tafel.

1. Verdeel de kip met een scherp mes (of wildschaar) in 10 stukken (drumsticks, dijen, vleugels, borst- en rugdelen). Snijd het spek in reepjes. Maak de worteltjes schoon, was ze en snijd ze in dikke plakjes. Pel de sjalotjes en ui. Snipper de ui en 2 sjalotjes fijn. Veeg de champignons schoon met keukenpapier en halveer ze. Pel de knoflook en hak het fijn.
2. Verhit in een grote braadpan de olie en bak het spek ca. 1 minuut. Schep het spek uit de pan met een schuimspaan. Voeg de helft van de boter toe aan de pan en bak de stukken kip op halfhoog vuur rondom bruin. Neem de kip uit de pan en bestrooi met zout en peper. Bak de hele sjalotten in 2 à 3 minuten lichtbruin. Haal ze uit de pan.
3. Bak in het braadvet de ui- en sjalotsnippers en wortel zachtjes zonder te kleuren. Bak de knoflook kort mee. Roer de bloem erdoor en bak ca. 30 seconden zachtjes mee. Roer scheutje voor scheutje de wijn erdoor tot er een gebonden saus ontstaat. Voeg de fond, laurier, tijm, suiker, 2 takjes peterselie, zout en peper toe. Breng alles aan de kook en voeg de stukken kip toe. Laat de kip afgedekt in ca. 50 minuten zachtjes gaar stoven.
4. Verhit intussen de rest van de boter en bak de champignons rondom bruin. Neem de laurier, tijm en peterselie uit de kipschotel en voeg de champignons, spek en hele sjalotten toe. Stoof het gerecht nog ca. 10 minuten door. Breng op smaak met zout, peper en suiker. Knip kort voor het opdienen de rest van de peterselie erboven fijn.