Gevulde pasteitjes

Zet in 5 stappen deze heerlijke Gevulde pasteitjes op tafel.

1. Meng de bloem met boter, zout, water en ei tot een smeuïg deeg. Laat het deeg 1 1/2 a 2 uur toegedekt rusten. Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak en steek er acht bodems uit met een klein glas. Leg de bodems op een ingevet bakblik. Kneed de rest van het deeg nog even goed door en rol het uit. Snijd acht repen van 2 cm breed uit het deeg. Vorm hiermee de zijkanten van de rondjes deeg, zodat u deegbakjes krijgt. Druk het deeg goed stevig op elkaar en bestrijk het met eiwit. Bak de pasteitjes in een op 200 °C verwarmde oven in 20 minuten goudgeel.
2. Fruit de ui in 1 el. olie. Snijd de champignons klein en smoor ze mee. Bak de tartaar in de rest van de olie en roer goed door tijdens het bakken. Voeg de uien en champignons toe en breng op smaak met peterselie, peper en zout. Vul de warme pasteibakjes ermee.
3. Maak het gekookte en gebakken vlees fijn, meng de jus erdoor en breng op smaak met peper en zout. Vul de pasteibakjes ermee en serveer koud of verwarm de gevulde pasteitjes nog 10 minuten in de oven.
4. Prak de gare vis door de rijst en meng er ei, peterselie, zout, peper en citroensap door. Doe de vulling in de afgekoelde pasteitjes en verwarm ze 10 minuten in de oven.
5. Smoor de champignons in boter tot het vocht verdampt is. Giet de wijn erbij en voeg doperwten, zout en peper toe. Maak een papje van bloem en slagroom en voeg het toe aan de saus. Laat het even opkoken. Snijd de worst in kleine stukjes en voeg ze toe aan de saus. Doe de ragoût in de warme pasteibakjes en sprenkel er citroensap overheen.